André Jansen



English text available > scroll down

André Jansen
André Jansen, voormalig directeur gemeentelijke diensten


Geboortejaar     : 1945
Geboorteplaats : Amsterdam

In Porem van Mokum omdat : hij destijds de moed had een monument voor Kerwin Duinmeijer te laten maken door de Antilliaanse kunstenaar Nelson Carrilho.

“De meest effectieve manier om bazen te vermijden is er zelf een te worden.”


I
Mijn vader deed de financiële administratie voor een paar kleine balletgezelschappen. Op zaterdagmiddag kwamen er regelmatig twee jongemannen bij ons thuis een voorschot op hun salaris halen. Dansers. Voor mij en mijn broer, negen en elf jaar oud, een feest. Ze behandelden ons op een heel volwassen manier, niet als kinderen. Bovendien tilden ze ons moeiteloos boven hun hoofd. Het waren fantastische jongens. Eén ervan had de mooiste ogen die ik ooit heb gezien. Twee brandende lampen. Lichtgroen. Alsof je de Stille Zuidzee in keek. Dat het Rudi van Danzig was, besefte ik pas later. Ik kwam hem weer tegen bij de bouw van het Muziektheater. Als hoofd Kunstzaken voerde ik de druk soms aardig op tijdens vergaderingen, maar als ik Rudi met zijn mond zag trekken, nam ik gas terug. Een ongelooflijk fascinerende man. Zo integer en universeel. Als hij binnenkwam, veranderde de ruimte. Gewoon om wie hij was.

II
Ik voel me geen typische Amsterdammer, eerder een Europeaan of grootstedeling. Ik word dan ook niet herkend als Amsterdammer. Misschien omdat ik een beetje te beschaafd ben en te veel moeilijke woorden gebruik. Ik beschouw Amsterdam als de kleinste grote stad ter wereld. Alles is er. In het weekend zijn er in de regio Amsterdam meer voorstellingen dan in Londen of Parijs. De stad is ook ongekend vrij en tolerant. Die vrijheid past bij mij, maar heeft wel een keerzijde. Ik erger me aan de verruwing, met name het gezuip. Amsterdam is de stad waar alles kan, maar echt, het hoeft niet allemaal.
Tegenwoordig woon ik in Vinkeveen en word niet meer op straat herkend. Dat was vroeger wel anders. Als directeur Stadstoezicht had ik te maken met personeel dat voor een miljoen uit de parkeermeters jatte en als directeur van de Sociale Dienst pakte ik de bijstandsfraude aan. Ik was toen bijna wekelijks te zien op AT5. Op straat werd ik soms zelfs uitgescholden. ’Hé, je pakt mijn geld af, man!’



III
Ik wil doen wat ik wil. Ik heb nooit nagedacht over een levensmotto, maar als ik er een zou moeten kiezen, wordt het zoiets als autonomie of vrijheid. Ik wil niet in een keurslijf terechtkomen en me zo moeten aanpassen dat ik dingen doe waar ik eigenlijk helemaal geen zin in heb. Ik kan dus ook niet zo goed tegen bazen. En de meest effectieve manier om bazen te vermijden is er zelf een te worden. Op mijn 33ste werd ik hoofd Kunstzaken, daarna directeur Stadstoezicht en later van de Sociale Dienst. In die tijd organiseerden we, om de mensen die onterecht bijstand ontvingen eruit te filteren, een verplichte Megabanenmarkt. Er reden bussen en alles was keurig geregeld, maar voor sommige mensen ging het toch niet snel genoeg. Een man die twintig minuten had moeten wachten was zo kwaad, dat hij riep: ‘Nou moet ik ook nog wachten. Heb ik daar godverdomme een dag vrij voor genomen?’ Helaas stond de camera van AT5 net uit. We hebben er wel ontzettend om gelachen.

IV
Ik ben voorgedragen voor dit project door Nelson Carrilho. Zijn werk ken ik al heel lang, al sinds ik hoofd Kunstzaken was. In 1983 werd de Antilliaanse Kerwin Duinmeijer neergestoken op de dam. Omstanders wilden hem in een taxi naar het ziekenhuis laten brengen, maar de taxichauffeur weigerde dat, omdat hij geen bloed op zijn bekleding wilde. Het was dus echt een racistische moord. Toen de gemeente besloot een monument te laten maken, vond ik meteen dat het een Antilliaanse kunstenaar moest zijn. Dat werd Nelson Carrilho. De keuze voor een Antilliaanse kunstenaar lag destijds politiek erg gevoelig. Zijn beeld staat in het Vondelpark: Mama Baranca, Moeder Aarde. Later heb ik hem ook persoonlijk leren kennen en zijn we bevriend geraakt. Het is een voorrecht om door hem te zijn geportretteerd.

V
Meest bijzondere gebeurtenis was voor mij de Maagdenhuisbezetting. Tenminste, achteraf gezien. Ik studeerde Rechten en was boos, maar geen activist. Ben toen wel in het gebouw geweest, maar heb er nooit geslapen. De rector magnificus, Guus Belinfante, en de burgemeester, Ivo Samkalden, waren de grote boosdoeners. Ik vond het eigenlijk best fatsoenlijke mensen, maar dat was voor een linksige student natuurlijk not done. Drie jaar later werkte ik voor Samkalden en had ik een verhouding met Belinfantes dochter Judith. Zij werd mijn vrouw en de moeder van mijn zoon. Het kan verkeren.

Voorgedragen door  : Nelson Carrilho
Beeldhouwer               `: Nelson Carrilho
Interview                   : Irene van Hooren
Sponsor                     : nog niemand. U? 
Foto                              : Koos Baaij



André Jansen 
former municipal service surveyor


Year of birth  : 1945
Place of birth: Amsterdam

Needs to be in Porem van Mokum because: he once had the courage to have a monument made for Kerwin Duinmeijer by the Antillean artist Nelson Carrilho.

"The most effective way to avoid the boss is to become one yourself"


I
My father was financial administrator of several small ballet companies. Two young men, dancers, used to come to our house on saturday afternoon to ask for an advance of their salary. Something me and my brother enjoyed a lot at the age of nine and eleven years old. These young men treated us as adults and they used to lift us up above their heads without effort. They were fantastic guys. One of them had the most beautiful eyes I had ever seen, light green, burning like fire. As if looking into the pacific ocean. Years later I realised that he was Rudy van Danzig. I ran into him again during the construction of the Muziektheater. As head of the Arts sector I sometimes increased the pressure during meetings but when I saw Rudi twitch his mouth I throttled down. He was a most fascinating man. Universal and honest. The atmosphere changed when he entered a room, simply being who he was.

II
I don't feel like a typical Amsterdammer, more like a European of metropolitan. People don't see me as an Amsterdammer. Probably because I am a little too civilised and I use too many difficult words. I see Amsterdam as the smallest big city in the world. It has everything. During the weekend there are more performances in whole area of Amsterdam than in London or Paris. The city is also unparalleled when it comes to freedom and tolerance. That freedom suits me but it also has its disadvantages.  The coarsening and boozing bother me. Amsterdam is the city in which everything is possible but do we really want that?
Nowadays I live in Vinkeveen where nobody recognizes me in the streets. That used to be really different. During my job as surveyor of municipal service I dealt with a staff that swiped millions of parking fees and as director of social services I handled welfare fraud. You could see me on AT5 almost every week and people scolded me in the streets: Hey, you are that man who is taking away my money!

III
I do whatever I want. I never really thought about a life motto but when pressed I would choose autonomy or freedom. Don't fence me in, I don't want to adapt or do things I don't really want to. I am not that comfortable with bosses. And the most effective way to avoid them is to become the boss yourself. I became head of the arts department when I was 33 and subsquently surveyor of municipal services and director of social services. In those days we sometimes organised a mandatory job fair to filter out anyone who undeservedly  received welfare. Everything was organized, we ordered busses but some people still thought it was taking up way too much time. One man got really angry after waiting for  twenty minutes and he shouted: "Why do I have to wait soo long, I had to take a day off!" Unfortunately the camera's had just been turned off but we couldn't stop laughing.

IV
I was recommended for this project by Nelson Carrilho. I have been familiar with his work for a long time ever since I was head of the arts department. In 1983 a young Antillean man named Kerwin Duinmeijer was stabbed on dam square. Witnesses asked a taxi driver to take him to a hospital but the driver refused, he didn't want blood on his seats. Kerwin died, it was considered a racist murder. City hall decided to have a monument erected in his honour and it was my decision to choose an Antillean artist, Nelson Carrilho. Picking an Antillean sculptor was a sensitive subject politically. The sculpture was placed in the Vondelpark: Mama Baranca, Mother Earth. Later I met Nelson personally and we became friends. I feel honoured to have been portrayed by him.

V
A rather special happening in my life was the student occupation of Het Maagdenhuis, at least when I look back at it. I was studying law and I was angry, but not a real activist. I have been inside the building but I never spend the night. Guus Belinfante, Rector Magnificus and  Ivo Samkalden, mayor were the real  villains. To be honest I actually considered them decent people but for a left wing student such an opinion was certainly not done. Three years later I worked for Samkalden and had an affair with Belinfantes daughter Judith. She became my wife and mother of our son.  It is a long lane that has no turning.

Nominated by : Nelson Carrilho
Interview       : Irene van Hooren
Translation : Manon Lijbaart
Sculptor           : Nelson Carrilho
foto                   : Koos Baaij