English text > scroll down
Eric Klein Hesseling
fiscaal jurist
Geboortejaar : 1965
Geboorteplaats : Dordrecht
In het Porem van Mokum omdat hij nergens anders zou willen wonen dan in
Amsterdam en met zijn sociale inslag kleur geeft aan de stad.
“De stad ademt vrolijkheid en energie”
I
De stad ademt vrolijkheid en energie, dat heb ik altijd gevonden. Toen ik nog met mijn ouders in een keurige wijk in Dordrecht woonde, logeerde ik vaak bij een tante in Geuzenveld. Ik weet nog goed dat ik op mijn veertiende met mijn nicht voor het eerst door het centrum fietste. Buiten Artis was ik nog nergens geweest en ik keek mijn ogen uit. Dat op de wallen draaiorgels speelden! Dat mensen daar rondliepen met vrolijke gezichten! Ik ken geen stad waar ik liever zou willen wonen. Je hebt hier altijd leven op straat, het is gemêleerd. Mensen die je spreekt, hebben vaak een bijzonder verhaal. Dat past bij me. Ik ben nieuwsgierig, probeer geen vastgeroeste ideeën over het leven te hebben. Mijn mening vorm ik niet door boeken lezen, maar in gesprekken. Zo krijg je inzichten die het leven - al dan niet - beter leuker en interessanter maken.
II
Kort na het begin van mijn studie stuurde iemand me naar Mark. Misschien kon ik bij hem wonen, in hartje Amsterdam op de Elandsgracht. Dat wilde ik wel. Hij had één grote vierkante kamer. Geen douche. We poedelden wat aan de kraan. Een half jaar heb ik daar geslapen, op de kussens van de bank die ik op de grond legde. Mark vertelde dat hij zang, piano en directie deed op het conservatorium. Hij zong vaak opera-achtige stukken, om indruk op mij te maken. Of hij ging met mij en een vriend naar de Universiteitsbibliotheek en las boeken als The psychology of music. We merkten wel dat zijn verhalen niet klopten en dat kwam later ook uit, maar het gaf niet. Hij was een gezellige jongen en hij benadeelde je nooit ernstig. De studentenwereld vond hij prachtig en daar kon hij naadloos op aansluiten. Eigenlijk was hij een soort überstudent, alleen was het niet waar.
III
Op ons kantoor, waar 120 mensen werken, is het gebruikelijk ieder jaar iets voor onze relaties te doen, een golftoernooi, een zeiltocht of naar het Concertgebouw. Ik bedacht dat jeu de boules ook leuk zou zijn. Met twee collega’s ben ik stad en land afgereden, zag de meest vreselijke plekken, tot ik me herinnerde dat ik op het Museumplein mensen pétanque had zien spelen. Nog steeds organiseert die pétanque-club in juni een toernooi voor ons. Dat doen ze fantastisch. Je wordt in teams ingedeeld en speelt wat partijen. Ondertussen kun je drinken en mixt het onderling heel leuk, collega’s en klanten. Mensen kijken er echt naar uit, hoor ik wel eens. Het Museumplein is natuurlijk ook een van de mooiste plekken van Amsterdam. Als je geluk hebt, is het een lommerrijke avond en sta je in de schaduw van het Rijksmuseum ontspannen een balletje te gooien.
IV
Vriendschap is heel belangrijk voor me. Ik ga vaak bij vrienden langs of we spreken af in een café. Amsterdam heeft zoveel mooie plekken. Ik hou van het idee dat ik op loopafstand drie bioscopen heb, al kom ik daar bijna nooit, dat ik tien minuten van het Concertgebouw woon en twintig minuten van het Bimhuis. Ik loop naar De Nieuwe Liefde, waar een vriend van me die filosoof is inleidingen houdt. Of ik ga naar de Melkweg of Paradiso voor Spinvis, dr. John of een rapconcert met mijn zoon. Mooi is ook het Kattelaantje in het Vondelpark. Daar heb je een prachtige kleine tennisclub. Vijf banen omringd door de bomen van het park en de achterkanten van de huizen aan de Overtoom. Ik kom er te weinig, maar het is een pretentieloos clubje. Mooi gelegen, idyllisch bijna.
Voorgedragen door: Koos Baaij
Beeldhouwer : Raymond Huisman
Beeldhouwer : Raymond Huisman
Interview : Truus Groenewegen
Sponsor : Koos Baaij
Foto : Koos Baaij
Foto : Koos Baaij
Eric Klein Hesseling
fiscal lawyer
Year of birth : 1965
Place of birth : Dordrecht
Taking part in the Face of Amsterdam because he wouldn’t want to live anywhere else than in Amsterdam and his social work colours the city.
The city breathes cheerfulnedfss and energy
I
The city breathes cheerfulness and energy, I have always thought that. When I used to live in a nice and tidy neighbourhood in Dordrecht with my parents, I used to visit an aunt in the Geuzenveld district of Amsterdam. I remember well when I cycled through the centre with my cousin at the age of 14 for the first time. I had never been anywhere in Amsterdam before except for Artis Zoo and I couldn’t believe my eyes. The sound of the barrel organs! The people walking round with smiles on their faces! I don’t know any other city that I would like to live in. There is always something going on in Amsterdam, it is a melting pot. People you talk to often have an interesting story. I like that. I am curious, and try not to have set ideas about things. I don’t form my opinion by reading books, but by talking to people. That gives you insights into life – which can make life more fun or more interesting or not as the case may be.
II
Just after graduating, someone sent me to Mark, because I might be able to lodge with him, in the centre of Amsterdam on the Elands Canal. I like it straight away. He had one large square room with no shower. We washed as best we could under the tap. I slept there for six months, on cushions from the sofa which I lay on the floor. Mark told me that he was studying singing, piano and direction at the conservatorium for music. He often sang opera-like songs, to impress me. Or he went with me and a friend to the University Library and read books on The psychology of music. We realised that his stories were not true and later it turned out we were right. He was a fun person to be with and he never did anything that seriously put you at a disadvantage. He loved student life and fitted in perfectly. Actually, he was a kind of überstudent, except that he wasn’t.
III
At our office, where 120 people work, we organise an event for our relations once a year, a golf tournament, a sailing trip, or a concert at the Concertgebouw. I thought it would be nice to organise a jeu de boules game. I travelled up and down the country with two colleagues to see the most awful places, until I remembered that I had seen people playing pétanque on the Museum Square. The pétanque club still organises a tournament for us every year in June. They do that brilliantly. You are divided into teams and play a number of games. In the meantime, you can have a drink and mix with colleagues and clients. It always goes well. People really look forward to it, I’ve heard. The Museum Square is of course one of Amsterdam’s best spots. If you are lucky, it’s a warm evening and you can relax and play right next to the Rijks Museum.
IV
Friendship is very important to me. I often visit friends or we meet in a pub. Amsterdam has so many great places. I love the idea that I live within walking distance from three cinemas, even though I almost never go, that I am ten minutes away from the Concert Hall on the Museum Square and 20 minutes from the jazz podium Bimhuis. I walk to debating centre De Nieuwe Liefde, where a friend of mine who is a philosopher gives lectures. Or I go to venues like the Melkweg or Paradiso to see Spinvis, Dr. John or a rap concert with my son. I love the Katte Laan in the Vondel Park. There is a great little tennis club there. Five courts surrounded by the park’s trees and the back of the houses on the Overtoom. I don’t go there often enough, but it is a club without pretences. In a beautiful location, almost idyllic.
Proposed by: Koos Baaij
Sculptor : Raymond Huisman
Sculptor : Raymond Huisman
Sponsor : Koos Baaij
Interview : Truus Groenewegen
Translation : Nicola Chadwick
Photo : Koos Baaij