Nico Koster

No English text yet. Do you want to help us with a translation? 

Nico Koster
Fotograaf


Geboortejaar  : 1940
Geboorteplaats : Amsterdam

In het Porem van Mokum omdat hij als Ras-Amsterdammer met heel veel Amsterdamse kunstenaars als Appel, Corneille, Sierhuis Vinkenoog, etc. heeft gewerkt


Gaat elke dag naar de Spiegelstraat

I
De Spiegelstraat, daar houd ik het meest van, ik kom er elke dag. Het is een levendige buurt, met leuke restaurantjes en cafeetjes. Veel mensen uit mijn vriendenkring zijn er ook vaak te vinden. Bijvoorbeeld in stamcafé Heuvel, waar je mij een paar keer per week kunt aantreffen. Daar komen mensen uit alle lagen van de bevolking. Van advocaten tot rechters en zelfs criminelen. Dat is typisch Amsterdams hé: het maakt niet uit wie je bent, iedereen komt toch naar dezelfde plek om met elkaar te praten. En het gaat altijd goed. In de Spiegelstraat kwam ik ook eens Bill Clinton tegen, die voor een klimaatconferentie in Amsterdam was en wat kunst wilde kopen. Het was een stormachtige dag: hij stond te klunzen met zijn paraplu, want die klapte steeds naar boven. Ik heb hem toen gevraagd of ik wat foto’s van hem mocht maken. Dat vond hij geen probleem. Afgelopen maart kwam ik hem toevallig weer tegen, kennelijk komt hij ook graag in de Spiegelstraat. 

II
Tijdens de bezetting van het Indonesisch consulaat door de Molukkers in 1975 heb ik die veertien dagen dat die duurde, met mijn camera in de hand in een studentenhuis er recht tegenover het hele gebeuren gadegeslagen. Ik zat dus op de eerste rang. Op een gegeven moment gingen de deuren open en werd een van de gegijzelden het balkon opgeduwd met een blinddoek om. Het was heel heftig: diegene kreeg toen een pistool op zich gericht. Dat moment heb ik weten vast te leggen en met die foto heb ik datzelfde jaar de tweede prijs gewonnen van de World Press Photo. Tot op de dag van vandaag heb ik er trouwens nog de pest in dat ik toen niet de eerste prijs heb gewonnen. Maar ik ben altijd blijven fotograferen. Nu leg ik de laatste hand aan mijn fotoboek dat in november uitkomt, mijn achtste album geloof ik. Hopelijk niet mijn laatste. 


III
Amsterdammers zijn een raar volk. Ze zijn erg uiteenlopend. Je hebt er ook veel minderheden: Surinamers, Afghanen. Ik vind het prima, zolang ze zich gedragen. Want nu heb je bijvoorbeeld veel Roemenen die zakkenrollen. Dat geeft wel erg veel overlast. Als ik eigenschappen voor de typische Amsterdammer zou moeten noemen zouden dat zijn: heldhaftig, barmhartig en vastberaden. De eigenschappen waar de drie kruisjes in het wapen  van Amsterdam voor staan. Ik hoop dat ik ze zelf ook bezit, maar ja ik laat ook wel eens steken vallen. Ik ben wel een heel flexibele persoon, kan me gemakkelijk aanpassen. 
Mijn beroep heb ik ook wel eens vanuit een andere plaats uitgeoefend, Antwerpen en Parijs bijvoorbeeld. Eigenlijk kan ik overal aarden waar een goed klimaat heerst. Maar ik heb er wel vrijheid in nodig.  Als je vrij in het vak bent komen er eerder creatieve dingen tot stand. 

IV
Duik de kunstwereld eens in zou ik tegen alle Amsterdammers willen zeggen. Een leuke expositie bezoeken of een theatervoorstelling. Dat werkt relaxt. Amsterdammers zijn te gestrest. Vooral de fietsers, die denken maar dat ze alles mogen en kriskras door de stad fietsen. Ik snap ook niet dat die onderdoorgang bij het Rijksmuseum er is gekomen. Ze hoefden maar 70 meter aan beide kanten om te fietsen, maar toch moest er dan zo’n doorgang voor fietsers komen. Ik vind dat dit afbreuk doet aan de weelde van de stad. Er zijn straten die fietsvrij zijn, zoals de Leidsestraat. Maar in mijn favoriete plek, de Spiegelstraat razen ook altijd fietsers en scooters met een rotgang voorbij. Wat is er mis met het openbaar vervoer? Zelf gebruik ik vaak mijn auto, maar ik ga ook wel eens varen met mijn boot de Capybara Cobra. Ik maak graag foto’s op het water. Van onderaf ziet de stad er weer heel anders uit.

V
Ik heb niet altijd in Amsterdam gewoond, van ongeveer 1981 tot 1988 heb ik de stad ingeruild voor Wijdenes in de polder vlakbij Hoorn aan het IJsselmeer. Dat leek me leuk. Maar ja, mijn werk is toch in Amsterdam. En daar gebeurt ook veel meer. In de polder had ik weinig contact met de mensen, daarvoor woon je te ver uit elkaar. Ik kon toen aan de Prins Hendrikkade terecht, met een mooi uitzicht op het Centraal Station. Ik zou niet in de Bijlmer willen wonen, en ook niet in West: het lijkt me zo saai in een woonwijk. Daar gebeurt nooit wat. Nu woon ik alweer zo’n tien jaar in Noord. Hier tegenover (wijst vanuit zijn bovenwoning) zit de Keuringsdienst van Waarde. Ik woonde eerst in dat pand, maar ik heb het een tijdje geleden aan ze verkocht. Het was te groot voor me. 



Voorgedragen door : Saskia Pfaeltzer
Portret             : Saskia Pfaeltzer
Sponsor         : Nog niemand. U? 
Interview : Anouschka te Lintelo
Foto         : Koos Baaij