Khadija Hyati

No English text yet. Do you want to help us with a translation? 

Khadija Tahiri-Hyati
Schoonmaakster en president van de vakbond voor schoonmakers


Geboortejaar    : 1968
Geboorteplaats : Tanger, Marokko

In Porem van Mokum omdat zij een heel bescheiden vrouw is maar wel voor haar rechten staat als voorvrouw van actievoerende schoonmakers. Zij zit aan tafel bij de ‘grote mannen met macht’ maar laat zich niet passeren. 

Mensen vragen mij vaak om hulp, ik sta altijd klaar voor een ander


I
Ik werkte gewoon op de werkvloer als schoonmaakster en ben toen president van de vakbond voor schoonmakers geworden. Voor het eerst was er een vakbond voor schoonmakers, met een president en dat was dan ook nog een vrouw. Twee jaar geleden had ik dat niet in mezelf gezien, maar tijdens de stakingen en de onderhandelingen kwam ik naar voren als een sterke vrouw die strijdt waarvoor ze staat. Ik kom altijd voor mijn rechten op, gewoon als werkende moeder. Als er iets niet klopt op de werkvloer, ben ik  meestal degene die er iets van zegt. Ik ben gevraagd door mijn collega’s. Eerst was ik kaderlid. Toen kwamen er verkiezingen voor een regering en uiteindelijk werd ik president. Er is ook een echt parlement met schoonmakers uit het hele land die hun stad vertegenwoordigen. De eerste ontmoeting met werkgevers was echt spannend. Ik zat daar na zestien weken staken, samen met mensen van FNV Bondgenoten, te praten over onze eisenbundel: recht op scholing, werktijden, recht op ziekengeld. 


II
Van iets negatiefs iets positiefs maken, dat is mijn motto. Ik ben niet iemand van tact, maar juist van ervoor gaan. Toen ik ging werken heb ik bewust voor schoonmaken gekozen, omdat dat goed te combineren is met een gezin. Zo heb ik er voor mezelf iets positiefs van gemaakt, terwijl het vak van schoonmaker door veel mensen als iets negatiefs gezien wordt. Vaak ervaren mensen schoonmaken als een vak dat er niet toe doet. Maar het is juist heel erg nodig. Het is mijn motto om dat te veranderen. Veel mensen gaan schoonmaken, omdat ze niets anders kunnen. Vaak allochtonen, mensen die in eigen land hoog opgeleid zijn, maar hun vak hier niet kunnen uitoefenen. Dat is een cultuur geworden die ik wil veranderen. Ik werk nu als voorvrouw in het Over ‘t IJ ziekenhuis. Als wij niet alles schoonhouden daar, kan de chirurg ook zijn werk niet doen. Na onze acties waarin we zeiden boos te zijn, krijgen we dat ook te horen ‘Jullie hebben gelijk we kunnen niet zonder jullie.’ 

III
Mijn vader werkte al in Amsterdam vanaf de jaren zestig en mijn moeder, zusje en drie broers zijn hem in het kader van gezinshereniging vanuit Marokko gevolgd. Wat ik me nog heel goed herinner is dat de buurvrouw ons bij mijn vader thuis opwachtte. Ze had koffie gezet en snoepjes voor ons gekocht. Dat er iemand op je wachtte in een stad waar je verder niemand kent, dat maakte veel indruk op me. De Dappermarktbuurt was het eerste wat ik van Nederland leerde kennen. Als ik naar school ging liep ik via de markt. Ik heb iets met die plek. Door de sfeer van die enorme mengelmoes van culturen bij elkaar. Wij doen er nog vaak onze boodschappen. Heel Amsterdam is een mengelmoes en we moeten het samen doen. Ik merk dat mensen vaak niet met elkaar om durven te gaan. Maar als je eenmaal over de drempel bent, is het helemaal niet zo erg bij die ander. Probeer er samen wat van te maken, zet die eerste stap naar de ander. Zodat we nog heel lang samen doorkunnen. 



Voorgedragen door : Saskia de Rooy
Portret  : Saskia de Rooy
Sponsor : Stichting beheer NDSM Werf Oost 
Interview : Caroline Freriks
Foto : Koos Baaij