Jan Sierhuis

No English text yet. Do you want to help us with a translation? 

Jan Sierhuis 
kunstenaar


Geboortedatum :21 december 1928
Geboorteplaats : Amsterdam

In het Porem van Mokum omdat hij een gevierd kunstenaar is in binnen en buitenland. Hij zit vol fantastische verhalen. Hoewel de hele wereld over gereisd, is Sierhuis altijd een Amsterdammer gebleven. Daar is hij trots op.

“Zonder de kunst zou ik nooit zijn wie ik nu ben. Dus: leve de kunst, dat is mijn motto, heel simpel. Ik had het op de muur van mijn atelier geschreven. Mijn hele ontwikkeling, mijn hele wezen is door de kunst gevormd”



Als men in Amsterdam
Een republiek ergens in Noord Europa
Geboren is in 1928, 21 december
En men heet Sierhuis,  Johannes Alphonses
Dan is men een schilder
Gerrit Kouwenaar

I
Ik kom van twee kanten uit de Jordaan; mijn moeder en mijn vader, allebei. 
Ik begon vroeg met schilderen, was een jaar of elf toen ik voor het eerst een kwast in handen kreeg. Ik had nog nooit een schilderij gezien, geloof ik. Ik schilderde altijd op straat, wat ik zag wilde ik schilderen. Mijn leraar op de ambachtsschool stuurde me ook vaak naar buiten.  ‘Als je een schilderijtje voor me maakt , krijg je een 10 voor rekenen want ik heb het al lang gezien: jij wordt kunstschilder.’ Zo werd ik op de rails gezet. 
Na de oorlog ging ik naar Parijs. Ik vind het fijn om op verschillende plekken te wonen. Dat deed Picasso ook. Steeds weer een verandering van omgeving en invloed. In Amsterdam heb ik drie plekken; twee woonhuizen en een atelier. Ik ben dolgelukkig dat ik in Amsterdam geboren ben. Amsterdammers veeg je niet van de mat.

II
Ik dwaalde dus veel door de stad, overal vond ik wel iets om te schilderen; ik ging naar het rosarium in het Vondelpark nadat ik het schilderij Het Rozeboompje van Van Gogh ergens in een boekje had zien staan of ik schilderde de kade met de mestschuiten aan de Baarsjesweg. Zo ontmoette ik allerlei mensen; mensen die zagen wat ik maakte, het mooi vonden, werk van me kochten en mij stimuleerden. Bijvoorbeeld Jan Heijens, die na onze ontmoeting tegen zijn vrouw zei dat hij de nieuwe Breitner had ontdekt. Of de Tsjech Jan Burka die aanbood een atelier voor mij te huren. Dat had ik toen nog niet; ik schilderde buiten, bij iemand op de trap en ook een tijdje in een verhuiskist. Mijn moeder zag het verhaal van de armoede zich herhalen wanneer ik voor de schilderkunst zou kiezen. Zij was er dus niet voor. Maar ik beschilderde ook keukentegeltjes en verkocht schilderijen. Daar verdiende ik al snel meer mee dan zij met haar schoonmaakwerk.


III
Louis van Gasteren kocht mijn eerste schilderij. Dat hing op een tentoonstelling in het Gildehuis in de Voetboogsteeg en heette ‘Jongetje in blauw’. Hij nam het mee naar huis. Toen zijn moeder het schilderij zag, zei ze tegen hem: ‘Hang dat maar aan de muur. Na twee dagen spring je het raam uit van ellende.’ Ik kon er wel om lachen dat ze dat zei. Maar Van Gasteren zag het gewoon in mij. Wat ik ook deed, waar ik ook was, hij kocht altijd werk van me. Hij was mijn meest bijzondere ontmoeting en heeft me heel lang gesteund. Pas geleden is hij negentig geworden. Er was een feest, een boek, een tentoonstelling en een film, Nema aviona za Zagreb (Er gaat een vliegtuig naar Zagreb). Ik ben er naartoe gegaan, we zijn nog steeds vrienden. Het was prachtig.

IV
De hele stad, de binnenstad, vind ik bijzonder. Ik ben dolgelukkig dat ik in Amsterdam geboren ben. Amsterdam heeft een geweldig gevarieerde cultuur. Als je bedenkt wie er allemaal gewoond hebben! Amsterdammers veeg je niet van de mat. Ischa Meier interviewde mij ooit. Hij zei vooraf: ‘Ik heb een paar nasty vragen voor je.’ Ik zei; ‘Nou dat is prima, dan krijg je nasty antwoorden terug.’ Als je het niet zo aanpakt, maken ze je af in Amsterdam. Als je niet goed gebekt was in de Jordaan, delfde je het onderspit. Amsterdammers zijn sociaal bewogen en weten waar ze voor staan. Kijk maar eens naar de Februaristaking; zo’n opstand tegen de Duitsers was uniek, op dat moment was er nog nergens anders zo’n protest geweest. Amsterdammers nemen hun verantwoordelijkheid. Wanneer ze het ergens niet mee eens zijn, krijg je het te horen. Anders gaan ze wel in verzet. Ik ben er trots op dat ik me Amsterdammer mag noemen. Wilhelmina heeft niet voor niets na de oorlog het recht verleend de termen vastberaden, barmhartig en heldhaftig aan het stadswapen toe te voegen.”



Voorgedragen door : Saskia de Rooy
Portret : Claire van Stolk 
Sponsor        : Sponsor gevonden; Riet Hartsuijker
Interview : Annette Lubbers
Foto        : Koos Baaij