Chris Quist

English text comes

Chris Quist 
aannemer

Geboortejaar : 1944
Geboorteplaats : Emst
In Porem van Mokum omdat: hij in Amsterdam heel veel huizen heeft verbouwd en monumenten gerestaureerd. 

Kan als ambachtsman alles maken van hout
I
Op mijn zestiende kwam ik bij mijn oom en tante in Amsterdam inwonen, zodat ik op de ambachtsschool het timmermansvak kon leren. Op mijn eenentwintigste nam ik de werkplaats van mijn baas over en tot op de dag van vandaag ben ik nog steeds zelfstandig aannemer. Jammer genoeg heb ik geen opvolger, maar aan pensioen denk ik nog niet, ondanks een hartoperatie een tijdje geleden. Ik blijf altijd wel een beetje doorwerken, ik ga niet thuiszitten. Ik woon nu in Noord en mijn werkplaats is op Zeeburg, daarvoor bij de Nieuwmarkt. Ik heb ook nog een tijdje op de Prinsengracht gewoond. Niks voor mij, die yuppen. In mijn werkplaats in de Bethaniënstraat kende ik iedereen, daar woonde ik tussen m’n klanten. Nu niet meer, dat mis ik wel. Vroeger zaten er wel tien aannemers in zo’n straatje. Het was altijd gezellig. We woonden in de cafés, echt een gezellige buurt.


II
Tot mijn zestiende had ik geen vast gezin. Mijn ouders waren in de oorlog van Amsterdam naar Emst gevlucht omdat mijn vader in het verzet zat. Daar ben ik geboren. Maar heel kort daarna, ik was nog maar een paar maanden oud, werd mijn vader in Putten samen met zeker 400 andere mannen op 1 en 2 oktober 1944 door de Duitsers weggevoerd naar Duitsland waar hij in 1945 van uitputting is gestorven. Mijn moeder ging ervandoor en tot mijn vijfde woonde ik bij mijn oma. Toen die stierf werden mijn broer en ik van elkaar gescheiden. Ja, je kunt wel zeggen dat ik een rotjeugd heb gehad, zwervend van de een naar de ander. Kinderhuis hier, kinderhuis daar. Bij tante die en bij tante zus en dan weer verder… Toen ik zestien jaar was, mocht ik zelf beslissen en ging ik bij die oom en tante in Amsterdam wonen. Gelukkig werd het toen wel beter. 

III
Ik doe graag iets voor mensen die het moeilijk hebben, bijvoorbeeld als vrijwilliger bij de Kruispost. Dat is een medische post voor illegalen en mensen die onverzekerd zijn, mensen die tussen de wal en het schip vallen. Daar werk ik al veertig jaar: timmeren, verbouwen. Mijn Nigeriaanse vrouw leerde ik kennen in het asielzoekerscentrum. We wonen samen met mijn schoonfamilie en onze zoontjes Bram en Leendert. Bram is vernoemd naar een bevriende caféhouder en Leendert naar zijn grootvader, de vader die ik dus nooit heb gekend. Ik ben een tevreden mens, het is gezellig in Noord, de hele wereld woont daar. We hebben Franse buren en Marokkaanse, met acht kinderen. Die kleinste past net met zijn armpje door de brievenbus en maakt dan de deur open. ’s Morgens om half zeven staat hij al voor mijn neus. Ze vinden het gezellig bij ons. Mijn kinderen hebben een veel leukere jeugd dan ikzelf had. 


Voorgedragen door: Saskia de Rooy
Portret : Saskia de Rooy
Sponsor: Nog niemand. U? 
Interview: Agnes 


Foto: Koos Baaij