Meino Schraal

No English text yet. Do you want to help us with a translation? 

Meino Schraal
historicus


Geboortejaar     : 1974 (waarschijnlijk)
Geboorteplaats    : Isfahan, Iran 

In het Porem van Mokum omdat hij door het lot heen en weer is geslingerd naar allerlei oorden, levenshoudingen en religies en toch gewoon zijn eigen plan kon trekken


Zit recht en statig op zijn fiets. Glanzend bruin hoofd, zwarte wenkbrauwen, grote wimpers. 
Trapt  flink door, want hij heeft altijd haast. 


I
Ik ben een Urker-Amsterdammer met Perzisch bloed. In de herfst van 1974 werd ik in sprookjesstad Isfahan in een rieten mandje te vondeling gelegd voor de deur van een weeshuis. Drie maanden later verhuisde ik naar Nederland. Land van water en mooie luchten en het land waar dichter Pieter Nicolaas van Eyck in 1904 een van de bekendste gedichten in de literaire geschiedenis schreef over mijn geboortestad: De tuinman en de dood. ‘…meester uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
voor de avond nog bereik ik Isfahaan...' Ik groeide op bij mijn adoptieouders in Urk. Toen ik 21 werd vertrok ik naar Amsterdam om geschiedenis te studeren.  Amsterdam, ‘place to be’, stad waar áltijd reuring is. ‘The global village’ waar de wereld voorbij komt. Hier ben ik volwassen geworden. Als vondeling en onbeschreven blad zonder voorgeschiedenis. Als een vallend sterretje; zonder herkomst maar wel met een bestemming. 


II
Ik heb heel veel mooie dingen meegemaakt in Amsterdam maar een heel bijzonder moment was toch wel die vrijpartij aan de Amstel. Eigenlijk óp de Amstel. Misschien is het niet erg ‘comme il faut’ dat een statenlid midden in de nacht op een brug staat te zoenen. Maar ik heb het gedaan en heb genoten. Het was een zachte, heldere zomernacht en het leek wel alsof er niemand was, behalve wij. Dat is ook het verschil met een echte wereldstad: in Amsterdam wordt het op een gegeven moment rustig. We hebben geen voorbijganger gezien. Mijn vrijage en ik stonden samen op de Magere Brug met de stad voor ons: het Muziektheater, de Amstel, de Hermitage, de Zuiderkerk. Alsof je in een ansichtkaart staat! Romantisch hoor. Net zo’n onvergetelijk moment als toen ik voor het eerst onder het Rijksmuseum door fietste. Ik was euforisch: ‘Kijk mij eens, hier ben ik.’ En dan over het Museumplein recht op het Concertgebouw af. Het mooiste gebouw van de stad. Dat was ook een typisch Amsterdam-moment. De wereld aan je voeten. 


III
 Een van mijn belangrijkste motto’s is dat je trouw moet blijven aan je zelf, aan wie je bent en waar je voor staat. Natuurlijk ben ik bereid om te schuiven, mee te bewegen en me aan te passen maar daar zit een grens aan. Dat kan in Amsterdam. Ik heb mijn homoseksualiteit hier kunnen ontplooien. Ik heb geëxperimenteerd, nieuwe mensen leren kennen, vrienden gemaakt. Amsterdam is een tolerante stad waar je ook anoniem kunt zijn. Maar toch… hoe langer ik in Amsterdam woon, des te meer Urker ik word. In Urk voel ik me thuis, daar kennen mensen mij. Ik ben iemand die zegt wat hij vindt. In Amsterdam zijn er steeds meer mensen die met iedereen meepraten. Mensen naar de mond praten, een vlotte babbel hebben. Dat gelakte en gelikte, niks voor mij. In De Gouden Eeuw kochten Amsterdammers Urk op. Urk was een deel van Amsterdam. Ik voel me steeds meer Urker omdat die nog op de oorspronkelijke Amsterdammers lijken. Misschien is dat het wel.


IV
Ik woon nu achttien jaar in deze stad. Als lid van Provinciale Staten ben ik trots dat ik een steentje heb kunnen bijdragen aan de restauratie, renovatie en vernieuwing van verschillende musea, monumenten en kerken. En aan sportaccommodaties als De Bosbaan en het Olympisch Stadion. Daar heb ik me hard voor gemaakt. Ik heb mensen gewezen op regelingen, subsidies en ondersteuningsgelden. Ik heb mensen wakker gemaakt en gefungeerd als een soort oliemannetje … een Perzisch oliemannetje!


Voorgedragen door : Saskia de Rooy
Portret                       : Saskia de Rooy
Sponsor                         : Nog niemand. U? 
Interview:                 : Cai Vosbeek
Foto         : Koos Baaij