Frans van Lier

No English text yet > do you like to help us with a translation?

Frans van Lier 
journalist, beeldend kunstenaar

Geboortejaar   : 1935
Geboorteplaats   : Laren
In het Porem van Mokum omdat hij veel banden heeft met het journalistieke, grafische en culturele leven in de stad 

Is een groot fan van affiches 

I
Als een mugje dat naar het licht toe fladdert, zo vertrok ik in 1954 naar Amsterdam. Opgegroeid tussen de boeren in Blaricum was ik een jochie dat de grote stad opzocht. Journalist wilde ik worden en ik kreeg een baan bij het toenmalige Algemeen Handelsblad. Na twee jaar als leerling-journalist mocht ik me al redacteur noemen. Het was natuurlijk een feest voor een jochie uit het brave Gooi om lekker in de journalistenwereld rond te darren. Alle journalisten zijn gek. Dat vond ik enig. Ik leerde toen ook kennen wat Amsterdam is. Vooral de verrassing van de Amsterdamse taal, de joodse uitdrukkingen, bracht nogal wat bij me teweeg. Journalisten houden natuurlijk van woorden, van gekke taal, en ik pikte al die woorden op. En wat me in de Amsterdammer aansprak en -spreekt is zijn ongebondenheid. Zijn eigenzinnigheid. Zich niks laten wijsmaken. Bij Amsterdammers heb ik altijd het gevoel van ‘gelukkig, het zijn Amsterdammers, we spreken dezelfde taal’. 

II
Wat me ook verbindt met Amsterdam is dat ik hier in de stad rondliep om te kijken naar affiches die waren opgeplakt op schuttingen en muren. Ik hou enorm van affiches. In de loop van mijn leven ben ik gefascineerd geraakt door het verschijnsel affiche. Ik was een jaar of dertig toen ik met vormgevers en tijdschriftenmakers te maken kreeg en toen ik zelf  tijdschriftenmaker was werd ik enorm gegrepen door grafische vormgeving. Als journalist schreef je een stukkie en kwam het in de krant met een kop erboven, maar in een tijdschrift zag je pas wat er met beeld, koppen, leaders en kleur mogelijk was. En in affiches zie je dat in optima forma terug en dat vond ik fantastisch. Er is eigenlijk geen affiche dat ik nooit gezien heb. Ik ben die dingen zelf ook gaan verzamelen. 


III
Mijn verzamelwoede heeft ertoe geleid dat ik medeoprichter ben geworden van het Affichemuseum in Hoorn. Dat breidde mijn passie voor affiches verder uit. Ik keek naar affiches die waren opgeplakt op schuttingen en muren. De patronen die ontstaan als voorbijgangers de affiches er weer afscheuren fascineren me. Bijna pure abstracties worden het, waarop meestal nog gedeeltes van menselijke gezichten te zien zijn. Ze worden iets nieuws en krijgen iets geheimzinnigs. Ik heb er een hele serie foto’s van gemaakt. In het jaar 2000 werd wildplakken verboden. Er viel daarna niks meer te vinden. Alles werd keurig door de gemeente met van die spuiten schoongemaakt. Uit armoe ben ik het toen zelf maar gaan doen. Recollages noem ik die. Daar bedoel ik de gerafelde, gedeeltelijk afgescheurde affiches mee die in de straten van Amsterdam hebben gehangen. Kunst van de straat. Die sleepte ik dan mee naar steeds wisselende ateliers. 

IV
Rondzwerven door de stad is nog steeds typerend voor mij. Sinds een tijdje geleden heb ik met mijn oudste vriend, een schilder, de afspraak om eens in de maand een middag lang door de stad te zwerven. Kijken naar dingen die ons opvallen. Om beurten kiezen we waar we willen kijken of wat we willen zien. Wat we dan leuk vinden is een beetje rondzwerven in een buurt. Dat je oog vanzelf valt op dingen waar je niet naar op zoek bent. Zoals Picasso zei: ‘Ik zoek niet, ik vind’. Amsterdam zit als een jas om me heen vind ik. Dat is een soort gevoel wat ik heb. In Berlijn loop ik vreugdevol rond en in Parijs ook, maar die steden zijn niet mijn jas zoals Amsterdam dat is.


Voorgedragen door: Bart Boumans
Portret : Colin Bloom
Sponsor : Henk Volkers en Erik van de Berg 
Interview : Karin Aalbers
Foto: Koos Baaij